Op 5 en 6 november 2007 spraken vooral veel vrouwen in Brussel over hun ervaringen met VN resolutie 1325. Deze resolutie is in 2000 in het leven geroepen om meer aandacht te vragen voor genderverhoudingen in, voor en tijdens gewapend conflict.
Na conferentiedag één ben ik behoorlijk suf van het typen, van het luisteren naar al die verschillende soorten Engels en Frans op de conferentie. Dus zodra we in het restaurant zijn om een hapje te eten, pak ik opgelucht een drankje en plof ergens neer. En daar is Orzala, een vrouw van dertig. Zo op het eerste gezicht lijkt ze Italiaans, of Grieks, in ieder geval Europees, misschien een van de APRODEV partners waarmee we de VN1325 conferentie hebben georganiseerd? Even later blijkt ze de directeur van een van onze partnerorganisaties te zijn; HAWCA uit Afghanistan. We praten een beetje over koetjes en kalfjes en ondertussen denk ik aan de boeken van Khalid Hosseini, met name zijn laatste boek ‘Duizend Schitterende Zonnen’ en de vrouwen wier levensverhalen hij vertelt spoken door mijn hoofd. Tegenover me zit een Laila, of een Mariam, maar ze ziet er Westers uit. En dan vertelt ze me een verhaal dat de realiteit van Kabul ineens heel dichtbij brengt:
‘Een paar weken geleden zou ik geïnterviewd worden door een bevriende journalist. We hadden afgesproken dat zij bij mijn kantoor zou komen, maar op de dag zelf stond daar ineens een taxi om me naar haar kantoor te brengen. Ik was meteen alert, omdat taxichauffeurs in Afghanistan per definitie niet te vertrouwen zijn; achter elke chauffeur kan een zelfmoordterrorist of kidnapper schuilen. Ik stapte toch in. In de taxi zaten twee vrouwen die me naar de plek van het interview brachten en gedurende de rit kon ik niet geloven dat ik zo stom was geweest in te stappen. Ik ken Afghanistan, ik ken de risico’s en toch ben ik meegegaan. Ik wist zeker dat ik ontvoerd werd. Uiteindelijk kwamen we op de plek van het interview aan en bleek er niets aan de hand te zijn. Het voelde alsof ik door het oog van de naald gekropen was, en toen ik mijn collega’s later vertelde van mijn fout verklaarden ze me voor gek’.
Tijdens het luisteren naar dit verhaal realiseer ik me ineens dat we het hier de hele dag over hadden gehad. Vrouwen als stakeholder, vrouwen die in moeilijke situaties toch hun werk proberen te doen. VN resolutie 1325 richt zich specifiek op deze vrouwen in alle fasen en aan alle zijden van gewapende conflicten. Dit betekent onder meer dat het gender aspect wordt opgenomen in postconflict programma’s; dat vluchtelingenkampen geleid zouden moeten worden door een vrouw omdat zij de behoeften van het merendeel van de kampbewoners beter zou kunnen inschatten dan een man. Dat de VN missies naar conflictgebieden een bepaald aantal vrouwen bevatten. Dat vrouwen behalve slachtoffers ook daders kunnen zijn. En dat er bij de EU meer vrouwen zouden moeten werken.
Zoals Orzala liepen er in Brussel zo’n veertig vrouwen uit conflictgebieden rond. Even uit de werkelijkheid van hun bestaan geplukt om te praten over VN resolutie 1325. Hun werkelijkheden klinken mij en de aanwezige EU-ambtenaren als spannende romans in de oren, maar toch lijken we elkaar tijdens de twee dagen in Brussel aardig te verstaan. Laten we hopen dat de woorden van deze rolmodellen nog lang nagalmen in de wandelgangen van het Europese parlement.
Jora Wolterink
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment